dinsdag 25 maart 2008

Geen Park

Mijn plantsoen weet eigenlijk niet wat het wil. Het begint als een plantsoen, maar als je even doorwandelt is het een stadspark en als je niet uitkijkt beland je in een natuurpark. Als je wat verder wilt wandelen is dat natuurlijk fijn.

Maar ik vind het plantsoen het mooist. Het blijft een soort plantenbak waar je in mag wandelen. In vergelijking met de stedelijke bebouwing er omheen, een soort bonsai wereld.

Ik hou erg van natuur. Om naar te kijken. Een beetje aangeharkt graag. Met natuur loopt het makkelijk uit de hand. En dan krijg je brandnetels, wespen en Schotse hooglanders. Daar hou ik weer niet van. Ik hou van de natuur die zijn plaats kent en aardig is tegen ('bang voor' mag ook) menselijke toeschouwers. Tegenwoordig denken veel mensen dat natuur niet vrij genoeg kan zijn. Die mensen nemen beren beten, malaria en vieze schoenen graag voor lief. Ik niet.

Vroeger, zo'n eeuw of zo geleden, was de mensheid nog verstandig. Toen vond men het met een plantsoenetje wel genoeg. Maar met de komst van het natuurpark is het allemaal fout gegaan. Het woord 'park' suggereert iets beheersts. Maar je kan (in Nederland!) zomaar door een wild zwijn ondersteboven gelopen worden. En in het buitenland schijnen zelfs leeuwen, tijgers en stekende geleedpotige vrij in zo'n park rond te mogen rond wandelen.

Gelukkig heb ik mijn plantsoen. Dat is natuur zoals het bedoeld is. Met een stad bij de hand om er van bij te komen.

Geen opmerkingen: